Traditionele kerken, missionaire communities |Twee werelden, dezelfde God

In de kleine missionaire community waar wij elke zondag de opstanding van onze Heer vieren, gaan de dingen nog wel eens anders dan in veel traditionele kerken. Het kan maar zo dat tijdens een lied ook een vrachtwagen door de ruimte lijkt te brommen. Als je om je heen kijkt waar het geluid vandaan komt, zie je een kleine kerel ergens languit op de grond liggen, met in zijn hand een speelgoedvrachtwagen. Ook kan het gebeuren dat mini Noot zich spontaan aansluit bij degenen die de muziek verzorgen. Of dat tijdens een bijeenkomst de aanwezigen in de lach schieten vanwege een rake opmerking van de voorganger of één van de andere kapelbezoekers.

Maar vandaag gaan we als gezin met dynamische pré-pubers-uit-de-stad de uitdaging weer eens aan. Bert gaat voor in een ‘echte’ kerk, zoals opa dat aan Joshua uitlegt na een appje van Bert in de familie-app: ‘Vandaag naar de PKN Onstwedde. Joshua: Is er echt geen crew van techniek, geluid en camera’s ofzo, waarin ik kan helpen in de kerk?’ (Zoals in Almere Buiten)’ Oom M. bemoedigt Joshua met de opmerking dat hij naar een lesje kerkgeschiedenis gaat en oma herinnert Joshua er fijntjes aan dat hij vakantie heeft. Hoe dan ook: keurig op tijd vertrokken we na een ijskoude nacht in de caravan om geestelijk en eigenlijk ook wel letterlijk op te warmen in de kerk.

58441463_2279368078768585_1336957967022424064_n

Daar aangekomen brengen we Judah naar de peuter-/kleuteropvang. Hij kijkt het kamertje met onbekende kindertjes eens in en komt me dan een knuffel brengen. ‘Ik wil met u mee naar de kerk!’ is zijn stralende mededeling. Ik denk aan de vrachtwagenbrommende jongen op de vloer van de kapel in Haven en aan de momenten dat ik Judah bij gebrek aan oppas een geluidloze digitale nanny in handen duwde. Ik begrijp hem helemaal. Maar als ik mij het interieur van de prachtige kerk van Onstwedde voorstel, zonder de door Joshua felbegeerde beamer- en cameraentourage, vraag ik mij af of ik Judah duidelijk kan maken dat hij het echt leuker gaat vinden in het zaaltje vol speelgoed mét politieautootje. Het duurt even, maar dan geeft Judah zich over en kunnen wij naar het kerkgebouw vertrekken.

Joshua en Joëlle zijn helemaal gelukkig als ze in de kerkzaal ‘buurman T’ van de camping zien zitten en glippen snel het bankje voor hem in. Als een van de weinigen in de kerk hebben we een gezellig achterstevoren-gesprek met buurman T en buurvrouw H, voordat de dienst begint. Het is vandaag een anders-dan-anders dienst, en ineens dringt het tot Joshua door dat er een basgitaar én een drumstel voorin staan. Ik had hem de mening van Oom T al verteld, dat een orgel alle muziekinstrumenten bevat en andere instrumenten daarom overbodig zijn. Nu veert Joshua overeind en overtuigt mij de rest van de dienst ervan hoe goed die gitarist en drummer wel niet zijn. We (of in ieder geval ik) genieten ervan om in een kerk uit de 14e eeuw met de plaatselijke gemeente mee te gaan in een ontmoeting met de God die boven de eeuwen staat. ‘U!’ is het thema van de preek. Alles draait om God. Je kunt de ‘U’ vormen, door met je hand uit te beelden hoe Jezus naar de aarde kwam, stierf, opstond, opvoer naar de hemel én weer terug zal komen. Een voorbeeld dat de kinderen in deze jeugddienst zeker zullen onthouden.

Aan het eind van deze eerste dienst na Koningsdag worden traditiegetrouw twee coupletten van het Wilhelmus gezongen. Voorin zie ik Bert worstelen met het idee dat hij moet zingen dat hij de koning van Hispanje altijd geëerd heeft, naast me schiet Joshua strak in de houding en knalt zijn hand op de plek waar zijn hart zit. ‘Geen grapjes!’ fluister ik in zijn oor. Hij kijkt me teleurgesteld en niet-begrijpend aan. Ik negeer het en doe mijn best te zingen dat ik mijn vaderland trouw blijf tot in de dood, terwijl ik van binnen bedenk dat ik het zing om mijn Vaderland met een hoofdletter. Eigenlijk moet ik lachen als ik bedenk dat de mensen in de ontstaanstijd van het volkslied met hart en ziel (het officiële thema van de jeugddienst) mee zongen: wat de koning zei, ging heel het volk aan. Anno 2019 zijn we meer van het ‘ik zing alleen iets mee als ik het echt persoonlijk meen of meegemaakt heb’. Ik zie Bert volmondig meezingen als couplet 6 aangeheven wordt en zing zelf ook uit volle borst mee:

Mijn schild en de betrouwe
Zijt Gij, o God, mijn Heer
Op U zo wil ik bouwen
Verlaat mij nimmermeer
Dat ik toch vroom mag blijven
Uw dienaar, t’ allen stond
De tirannie (van satan) verdrijven
Die mij mijn hart doorwondt.

Dan is de dienst afgelopen. Het orgel zwijgt. In stilte verlaten de kerkenraad en Bert de kerk. Joëlle vraagt waarom het zo stil is en iedereen blijft staan. Ik leg haar uit dat het hier traditie is dat de gemeente pas vertrekt als de kerkenraad weg is. Dat vindt ze maar raar. ‘Het zijn toch gewone mensen, net als wij?!?’ Als het orgel gaat spelen, rent Joshua vijf rijen naar achteren de kerk uit. Ik wil er achteraan, maar kom er (een rij verder) net op tijd achter dat eerst het achterste deel van de kerk rij voor rij de kerk uit schuifelt, daarna de vijf rijen tussen ons en de uitgang, en dat wij daarna pas in beweging kunnen komen. Buurman T en wij hebben tijdens het wachten een heel gezellig gesprek. De mensen om ons heen zijn stil en knikken ons af en toe vriendelijk (en misschien een tikkeltje meewarig?) toe. O ja, wacht even… we zijn nu niet thuis. Kletsen doe je buiten pas weer…

In de auto leg ik Joshua nog even uit dat in een kerk zoals waar we vandaag waren, het accent ligt op heiligheid en respect en dat hij daarom geen grapje moest maken in deze dienst. In gedachten vertel ik mijzelf erbij dat je daarom ook eigenlijk in stilte de kerk zou ‘moeten’ verlaten, vanwege Gods heiligheid en het respect dat hoort bij een ontmoeting met Hem. Ik mijmer verder dat het ontmoeten van God niet alleen in een kerk plaatsvindt, maar ook thuis. Of wanneer je met één of meer andere gelovigen op zoek bent naar een ontmoeting met God, door gebed en Bijbelstudie. Ons lichaam is een tempel van de Heilige Geest. In hoeverre maak ik mijzelf van binnen stil, wanneer ik die ontmoeting met God zoek? In hoeverre spelen heiligheid en respect daarin een rol?

Langzaam hoor ik het gesprek in de auto verder kabbelen. Joshua’s stem klinkt er bovenuit. ‘Ik vond dat kamertje waar papa in stond te preken maar raar. Alles lijkt er zo klein. Papa leek net een tuinkabouter’. Huh? We hadden het toch over stilte, heiligheid en respect? Ik hoor Bert lachen. Ik lach mee. Traditionele kerken, missionaire communities. Twee werelden. Maar elke wereld is op zichzelf práchtig. Want waar God gezocht en aanbeden wordt, draait het niet meer om wat wij al of niet mooi vinden, maar om Degene voor en door Wie we het allemaal doen: God. Of liever gezegd: ‘U!’

Plaats een reactie