Schapen, een wolf, een huurling en de góéde Herder

‘Ik ben de goede Herder; de goede herder geeft zijn leven voor de schapen. Maar de huurling en wie geen herder is, die de schapen niet tot eigendom heeft, ziet de wolf komen en laat de schapen in de steek en vlucht; en de wolf grijpt ze en drijft de schapen uiteen. En de huurling vlucht, omdat hij een huurling is en zich niet om de schapen bekommert. Ik ben de goede Herder en Ik ken de Mijnen en word door de Mijnen gekend, zoals de Vader Mij kent en Ik de Vader ken; en Ik geef Mijn leven voor de schapen.’ Johannes 10:11-15

^{Foto door kailash kumar op Pexels.com}

Huurling
Een overbekende tekst. Zeker in deze tijd naar Pasen toe, staan we er vaak bij stil dat Jezus Zijn leven geeft voor ons.

Vandaag viel me het zinnetje over die huurling op. Iemand die voor de schapen moet zorgen en die het prima vindt om daarmee zijn brood te verdienen – zo lang het zijn leven maar niet bedreigt.

Een huurling.
Iemand die niet van het vee houdt, want het is niet van hem;
die op de vlucht slaat als er gevaar is;
iemand door wie het gevaar de ruimte krijgt en de schapen uit elkaar gedreven worden.

‘Heer, geef dat we nooit een huurling zullen zijn. Geef ons Uw liefde voor de mensen die U op onze weg brengt.’

Herder
Soms voel ik me als zo’n bedreigd schaap. ‘Zie, Ik zend u als schapen te midden van de wolven’, zei Jezus eens tegen Zijn leerlingen, toen Hij ze op pad stuurde om mensen bekend te maken met Zijn Koninkrijk.

Nu ik dit stukje over Jezus als goede herder weer lees, valt me op wat Hij zegt nadat Hij over de huurling vertelt heeft. ‘Ik ben de góéde Herder’. Waarmee Hij ook zegt: ‘Ik hou wél van Mijn schapen. Ik vlucht niet als het kwaad op je loert; Ik blijf erbij. Ik zorg ervoor dat het kwaad je niet te pakken krijgt en jou en de mensen om je heen uit elkaar drijft. Ik bekommer me wél om jou. Ik gaf én geef Mijn leven voor jou’.

De Geest van je Vader
Mooi ook, wat Jezus nog meer zegt tegen Zijn leerlingen in het gedeelte waar Hij ze eropuit stuurt:

Zie, Ik zend u als schapen te midden van de wolven; wees dus bedachtzaam als de slangen en oprecht als de duiven. Maar wees op uw hoede voor de mensen, want zij zullen u overleveren aan raadsvergaderingen, en in hun synagogen zullen zij u geselen. En u zult ook voor stadhouders en koningen geleid worden omwille van Mij, tot een getuigenis voor hen en de heidenen. Maar wanneer zij u overleveren, moet u niet bezorgd zijn hoe of wat u spreken moet, want het zal u op dat moment gegeven worden wat u spreken moet. Want u bent het niet die spreekt, maar de Geest van uw Vader, Die in u spreekt.’ Mattheüs 10:16-20

Jezus geeft hier vier prachtige leefregels mee, die Hij afsluit met een prachtige belofte: wees bedachtzaam, wees oprecht, wees op je hoede en wees niet bezorgd. De Geest van je Vader zal in jou spreken. En jij zult van Mij getuigen.