Vol genade en waarheid

Vanmiddag was ik in gesprek met iemand die ik nog niet zo goed ken. Ze vertelde hoe een vriendin van haar overleden was en hoe zij dezelfde ziekte heeft gehad, maar nu nog mag leven. In gedachten probeerde ik een antwoord te formuleren, maar wat zeg je wanneer je een onderstroom van verdriet in iemands verhaal hoort en het vraagteken ziet dat overblijft na zo’n verlies? Ik kwam er niet uit; goedkope woorden zeggen niets en voor een verdiepende vraag was het contact te nieuw.

Judah zat erbij en hij hoorde niet het verdriet, maar alleen de ziekte waar ze over vertelde. Hij dacht gelijk aan de lichamelijk ongemakken waar ik wel eens last van heb. ‘Mam, bij u doet alles zeer’, zei hij daarop. Als Judah iets denkt, moet hij het gewoon zeggen; al proberen we hem te leren dat je niet alles hoeft te zeggen wat er in je opkomt, ook al is het waar. Dit was ook zo’n momentje. Ik zat er op dat moment eigenlijk niet op te wachten om de aandacht op mijn fysieke klachten te richten. Toch heb ik maar even in het kort uitgelegd wat Judah bedoelde, en dat het vanzelf weer over zou gaan als het voorjaar wat meer zou doorbreken.

Genadeloos eerlijk
Kinderen zijn soms genadeloos eerlijk. Ook als volwassenen kunnen we elkaar bij tijden onverbloemd de waarheid zeggen. Dat kan heel helend zijn, wanneer we het vanuit de juiste motieven doen. Maar vaak genoeg zeggen we elkaar de waarheid vanuit onze eigen pijn of frustratie. En dat doet meestal meer slecht dan goed. Helaas maak ik mij er ook wel eens schuldig aan.

Hoe zou het zijn om iemand tegen te komen, die niet alleen alles over mij weet en mij met waarheid wijsheid mee kan geven… maar die ook nog eens vanuit wijze genade met mij omgaat?

Vol van genade en waarheid
Toen ik vandaag Johannes 1 weer eens las, zag ik die iemand ineens voor me:

‘En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid gezien, een heerlijkheid als van de Eniggeborene van de Vader), vol van genade en waarheid.’

Terwijl ik me het gezicht van die Iemand voor me probeer te halen, wéét ik dat dit Jezus moet zijn. Op een dag zal ik Hem ontmoeten. Een spannend moment, want wat ziet Hij dan in mijn ogen? Zal Hij mij de waarheid over mezelf vertellen, al die dingen die ik graag voor mezelf houd en niet aan andere mensen wil laten zien? Zal Hij mij afbranden met de keiharde feiten over mijn leven?

‘Vol van genade en waarheid’.

Ik zal in Zijn ogen genade zien. Dat staat in deze tekst vóór de waarheid. Jezus heeft niet alleen genade, Hij is vol genade. En Hij is vol waarheid.

Jezus weet het wel
Waar ik het soms niet weet, weet Hij het wel. Als ik mezelf en anderen niet begrijp, begrijpt Hij het wel. Wanneer het grote plaatje voor mij verzandt in een grote hoop warrige en onhaalbare details, houdt Hij het overzicht. En door Zijn Geest geeft Hij me nú al wijsheid; en waarheid; en genade.

Cumulatieve genade
‘En uit Zijn volheid hebben wij allen ontvangen, en wel genade op genade’, zegt Johannes er nog achteraan. Genade op genade. Het begon toen Jezus voor mij stierf en weer opstond; en sindsdien komt er elke dag genade bij. Door Zijn offer zal dat moment-van-de-waarheid, wanneer ik Hem face to face ontmoet, een moment vol van genade zijn. Cumulatieve genade. Elke vermeerdering maakt de genade nog groter dan ze al was.

Als ik dat lees, slaak ik als vanzelf een diepe zucht. Hoe zou het zijn om niet alleen door de Geest geleid te worden, maar face to face te spreken met Jezus? Om met mijn eigen oren Zijn oneindige, wijze waarheid te horen en met mijn eigen ogen in Zijn ogen Zijn liefdevolle genade te zien?

Plaats een reactie